zaterdag 28 januari 2012

Varkenshaas met mango en rode peper

Ik durf het bijna niet te zeggen (het schijnt namelijk niet echt culinair verantwoord te zijn), maar ik ben gek op van die Oosterse zoet-zuur gerechten. Het liefst met ananas erin. Azië meets Hawaii, zeg maar.
Dit receptje is echter te lekker om niet te delen. Om het gastronomische gehalte wat op te krikken, heb ik de ananas vervangen door stukjes verse mango – erg lekker! Maar weet je, als je gewoon ananas wilt gebruiken (vers of uit blik, allemaal prima) heb je absoluut mijn zegen!

Dit gerecht komt uit “Roerbakken!” van Katie Rogers (Veltman Uitgevers, verkrijgbaar in de winkel).

Voor 2-3 personen:
2 eetlepels (lichte) sojasaus
2 eetlepels droge sherry
2 theelepels sesamolie
1 theelepel maïzena
450 gr varkenshaas, in reepjes
2 eetlepels plantaardige olie
2 teentjes knoflook, geperst
4 lente-uitjes, in dunne ringen
1 rode peper, zonder zaadjes, fijngehakt
225 gr mango (vers), in blokjes
1 eetlepel sojasaus
2 theelepels suiker
3 eetlepels koriander, grof gehakt

Roer een marinade van de sojasaus, de sherry, de sesamolie en de maïzena. Voeg het vlees eraan toe en laat minimaal 15 minuten marineren.
Verhit de olie in een wok en roerbak de knoflook, de ui en de rode peper ongeveer 1 minuut. Voeg dan de varkenshaas (incl. aanhangende marinade) toe en roerbak 3 minuten. Doe de mangostukjes, de sojasaus en de suiker erbij en bak dit nogmaals 3 minuten (blijf roeren). Bestrooi met de koriander (nou ja, die had ik niet in huis, dus ik gebruikte gebakken uitjes) en serveer de varkenshaas met gebakken rijst (met een beetje lente-ui en natuurlijk een eitje erin).

Excuses voor de belabberde foto’s! Ik had er reuze m’n best op gedaan, maar ik blijf een moeilijke relatie met kunstlicht houden. Jammer, want dit heerlijke gerecht had beter verdiend!

woensdag 25 januari 2012

Quiche met gerookte makreel

Ik kook en bak met grote regelmaat gerechten die nooit op dit blog schitteren. Omdat ze tegenvallen, omdat ik er al eerder over geschreven heb of gewoon omdat ze zo simpel zijn dat ze niet echt recht hebben op zo’n mooi plekje in de etalage.
Vorige week maakte ik een quiche die behoorlijk mislukte. Nou ja, hij viel wel te eten, maar enthousiast kon ik er niet over worden. Maar toch… zo’n quiche met gerookte makreel is wel een heel lekker plan… En dus heb ik het originele recept op veel (correctie: héél veel) punten aangepast en een nieuwe poging ondernomen.

Met grote trots (want deze versie is buitengewoon goed geslaagd en lekker) kondig ik dus dit receptje aan:

Voor 1 quiche (doorsnede 20 cm), 2-3 personen:
225 gr zelfrijzend bakmeel
115 gr (magere) kwark
3 eetlepels (karne)melk
snuf zout
½ eetlepel gehakte dille
ca. 275 gr gerookte makreel (= 1 makreel, vel en graten verwijderd)
3 eieren, losgeklopt
125 ml slagroom
60 gr belegen kaas, geraspt
1 eetlepel gehakte dille

Ik schreef al eerder over m’n geliefde kwarkdeeg als bodem voor hartige taarten en ook hier bleek het een gouden greep:

Verwarm de oven voor op 180 graden Celsius.
Kneed een deegje van het bakmeel, de kwark, de melk en het zout. Verpak het deeg in plastic folie en laat het minimaal 30 minuten rusten in de koelkast. Als je zover bent om het te gaan uitrollen, wentel het deeg dan eerst door de gehakte dille (½ eetlepel). Rol vervolgens het deeg uit en bekleed de quichevorm (doorsnede 20 cm, ingevet) ermee.
Trek de vis uit elkaar met 2 vorken. Klop de eieren los met de slagroom, de kaas en de dille (1 eetlepel) en schep de makreel erdoor. Giet dit mengsel op de deegbodem (deze hoeft niet blind gebakken te worden) en bak de quiche 30-35 minuten (tot de vulling stevig is). Serveer warm of koud met wat partjes citroen en serveer er bv. een komkommersalade bij.

zaterdag 21 januari 2012

Pilav met kip, kidneybonen en prei

Pilav met kip, kidneybonen en prei -  zo luidt de titel van dit stukje. En daarmee is ook meteen vrijwel de complete ingrediëntenlijst opgesomd. Dit is nou echt zo’n recept dat heel fijn is om achter de hand te hebben op een dag waarop je weinig tijd en inspiratie hebt. Want ondanks de eenvoud en het beperkte aantal benodigde spulletjes levert dit wel een heel lekker hapje op!

Het is mij trouwens volstrekt onduidelijk of het nou pilav, pilaf of pilau is – je kunt ze waarschijnlijk naar willekeur gebruiken. Feit is wel dat dit rijstgerecht uit het Midden-Oosten verwant is aan risotto – al schuif je dit gewoon in de oven en hoef je niet eindeloos te roeren!

Het recept komt uit Foodies Magazine van januari 2012.

Voor 4 personen (ik maakte de helft):
2 preien, in dunne ringen
1 eetlepel plantaardige olie
500 gr kipfilet, in blokjes
1 theelepel gemalen koriander of korianderzaad
1 theelepel kerrie
200 gr basmatirijst
1 groentebouillonblokje
200 gr kidneybonen (blik, afgespoeld en uitgelekt)
ev. een paar takjes koriander (grofgehakt, had ik niet in huis)
(zee)zout en versgemalen zwarte peper

Verwarm de oven voor op 175 graden Celsius.
Verhit de olie in een grote braadpan (die ook in de oven kan, met deksel) en bak hierin de kip, de prei, de gemalen koriander en het kerriepoeder ongeveer 5 minuten op behoorlijk hoog vuur (goed roeren, anders bakt het snel aan). Voeg de rijst toe en bak deze zo’n 2 minuten mee.
Breng 500 ml water aan de kook en laat het bouillonblokje hierin oplossen. Giet de bouillon bij de rijst, doe het deksel op de pan en zet de pan ongeveer 20 minuten in de oven.
Haal de pan uit de oven en schep de kidneybonen en eventueel de koriander door de rijst. Breng de pilav op smaak met zout en peper.

woensdag 18 januari 2012

Wit sodabrood met rozemarijn

De laatste jaren heb ik af en toe zelf brood gebakken (zie hier, hier en hier). In alle gevallen was ik er erg enthousiast over. Brood bakken bleek niet moeilijk en het resultaat beviel me erg goed. Er kleeft echter wel een nadeel aan: omdat het deeg 2x moet rijzen, neemt het hele proces behoorlijk wat tijd in beslag. En het punt is: tijd, dat heb ik niet zoveel.

Hier komt het Ierse sodabrood in beeld. Want: sodabrood = brood voor ongeduldige mensen. Er wordt namelijk geen gist gebruikt om het deeg te laten rijzen, maar baksoda (ook bekend als dubbelkoolzure soda, zuiveringszout of natriumbicarbonaat). Het deeg hoeft niet weggezet te worden om te rijzen, dit gebeurt tijdens het bakken. Bovendien hoeft het deeg niet gekneed te worden (sterker: dat mag niet, want daar wordt het brood taai van!). De ingrediënten moeten worden gemengd tot een samenhangend geheel en daarna kan het al de oven in.

Perfect…. Enige nadeel is dat deze manier van broodbakken een vrij stevig “dicht” brood oplevert. Voor mij geen probleem, daar houd ik juist van!


Voor 1 sodabrood:
450 gr tarwebloem
1 afgestreken theelepel fijne kristalsuiker
1 afgestreken theelepel baksoda
1 theelepel zout
350 – 425 ml karnemelk
2 eetlepels fijngehakte verse rozemarijn

Verwarm de oven voor op 230 graden Celsius.
Zeef de bloem en baksoda boven een grote kom. Voeg de suiker, het zout en de rozemarijn toe en vermeng de droge ingrediënten. Maak dan een kuil in het midden en giet het grootste deel van de karnemelk erin.
Maak een soort “klauw” van je handen en vermeng de karnemelk met de bloem. Voeg eventueel wat meer karnemelk toe. Ga het deeg niet kneden! Zorg alleen dat je alle ingrediënten goed vermengt, tot er een samenhangend geheel is ontstaan dat niet nat en kleverig is (pas dus op met het toevoegen van de karnemelk!). Stort het deeg dan op een bebloemd werkvlak, druk het stevig in elkaar en vorm er een rond brood van (hoogte ca. 4 cm). Neem een scherp mes en snijd een diep kruis in de bovenkant.
Leg het brood op de bakplaat (bekleed met bakpapier) en bak 15 minuten. Schakel dan de oven terug naar 200 graden Celsius en bak nog 30 minuten. Leg het brood de laatste 5-7 minuten van de baktijd op z’n kop op de bakplaat. Gaar brood klinkt hol als je er op tikt en is goudbruin van kleur. Laat afkoelen op een taartrooster.

Sodabrood laat zich prima invriezen. Je kunt bovendien naar hartenlust variëren met de kruiden: salie, rozemarijn, bieslook, tijm – allemaal prima!

zaterdag 14 januari 2012

Linzensalade met mosterddressing

Het is nog maar een paar jaar geleden dat ik bij het horen van de woorden “linzen” en “kikkererwten” al een vies gezicht trok. Terwijl ik ze nooit at en dus er dus eigenlijk ook geen mening over kon hebben. Punt is: linzen en kikkererwten komen natuurlijk uit de macrobiotische, geitenwollensokken-hoek en da’s niet echt mijn ding.

Mijn mening moest ik bijstellen toen ik een tijd het South Beach dieet volgde. Ik zal jullie de details besparen, maar feit was: dit dieet moedigde het nuttigen van linzen, bonen, kikkererwten etc. enorm aan. Veel eiwitten, veel vezels en daardoor goed “vullend”. Met lange tanden begon ik eraan, maar verhip: niks mis mee! Sinds die tijd eet ik ze geregeld, maar dan wel op mijn manier: uit een blik van Bonduelle. Veel makkelijker dan zelf weken & koken!

Dit recept komt uit “Cuisine” van Francoise Bernard (Uitgeverij Lannoo) en het staat ook in “De kleine cuisine”.

Voor 2 personen (bijgerecht):
100 gr spekblokjes
1 sjalot, in dunne (halve) manen gesneden
1 blik linzen (400 gr)
2 eieren, hardgekookt
3 eetlepels (extra vergine) olijfolie
1 eetlepel witte wijnazijn
1 eetlepel pittige mosterd
(zee)zout en versgemalen zwarte peper

Doe de spekblokjes en de fijngesneden sjalot in een droge koekenpan en bak ze ongeveer 5 minuten. Voeg de linzen (incl. het vocht) toe en verwarm deze even (niet laten koken). Zet het vuur uit en laat afkoelen.
Roer of schud een dressing van de olie, azijn, mosterd, zout en peper.
Schud het linzenmengsel op een zeef en doe de “gedroogde” linzen in een kom. Voeg de dressing toe en vermeng goed. Garneer met de hardgekookte eieren.

Tip: dit is in feite een basisrecept. Je kunt de salade verder opleuken met blokjes (gedroogde) tomaat of komkommer en voor een zomerse variant is het een goed plan om veel verse kruiden (peterselie) toe te voegen.

woensdag 11 januari 2012

Uiensoep (met een scheutje cognac)

Een klassieke Franse uiensoep staat niet binnen een kwartiertje op tafel. Welnee, voor zo’n soep moet je de tijd nemen – slowcooking in optima forma. Een snelle uiensoep kan per definitie niet: de uien moeten langzaam garen en karamelliseren – en daar hebben ze toch wel een uurtje voor nodig.
Maar dan heb je ook wat: die lekkere uien in een smaakvolle bouillon. Scheutje cognac erbij en natuurlijk zo’n stukje stokbrood met gesmolten kaas dat in de soep ronddrijft… Perfect voor een kille winterdag!


Voor 4 personen (ik maakte de helft):
1 kg uien, in dunne (halve) ringen
3 eetlepels olijfolie
1 laurierblad
1 kruidnageltje
10 zwarte peperkorrels
1250 ml runderbouillon (of groentebouillon voor een vegetarische versie)
1 eetlepel witte wijn azijn
1 glas droge witte wijn
dikke sneden (oud) (stok)brood
geraspte oude kaas
cognac
(zee)zout en versgemalen (zwarte) peper

Verwarm de olijfolie in een soeppan op middelhoog vuur en doe de uien erin. Voeg een ruime theelepel zout toe en fruit de uien zo’n 5 minuten (maar zorg dat ze niet verkleuren – daartoe dient het zout ook). Doe het laurierblad, het kruidnageltje en de peperkorrels in de pan. Zet dan het vuur laag, doe een deksel op de pan en laat de uien ongeveer één uur rustig stoven. Schep ze elke 10 minuten even om. Als ze na een uur goed gaar zijn, maar nog wel heel erg bleekneuzerig, kun je ze nog een paar minuutjes op een wat hoger vuur fruiten. Uiteindelijk moeten de uien licht-goudbruin zijn.
Voeg de bouillon en de azijn toe en breng het geheel aan de kook. Laat de soep een kwartier rustig pruttelen. Voeg dan de wijn toe en laat het nog ongeveer 15 minuten zachtjes koken.
Rooster in de tussentijd het (stok)brood, bestrooi het rijkelijk met de kaas en laat onder de grill smelten.
Breng de soep op smaak met zout en peper. Schep in kommen, doe er een scheutje cognac bij en leg het kaasstokbrood erin. Lekker soppen!

Ook lekker (maar dieet-technisch niet echt verantwoord): dump de overgebleven geraspte kaas rechtstreeks in de soep. Het smelt direct en je krijgt er van die heerlijke kaasdraden van…!

zaterdag 7 januari 2012

Enchilada's met rode kool en appel

We begonnen het jaar met een bijzondere combinatie van Italiaanse en Marokkaanse smaken en vandaag ga ik doodleuk nog even verder met een andere merkwaardige mix: enchilada’s met een vulling van gehakt, rode kool, appel, kerrie en mosterd. Hoezo, fusion?
Laat iedereen maar roepen dat fusion zóóóó 2007 is, wat kan het schelen! Ik stond aanvankelijk ook nogal argwanend tegenover deze combi, maar echt: dit is verrassend lekker! Ook niet onbelangrijk: het is snel klaar – binnen een kwartier staan de enchilada’s in de oven en dan hebben ze nog een minuutje of 10 nodig.

Om de Mexicaanse kreten even te verduidelijken: als een platte deegpannenkoek (tortilla) wordt gevuld met vlees (en eventueel groenten) en wordt begoten met een saus of bestrooid met kaas en daarna in de oven wordt bereid – voilá, dan noemen we het resultaat een enchilada.


Voor 4-6 personen (ik maakte de helft):
2 appels (bv. Elstar)
400 gr rundergehakt
1 theelepel kerriepoeder (mild)
1 eetlepel grove mosterd
(zee)zout en versgemalen zwarte peper
500 gr rode kool met appeltjes (kant-en-klaar, uit pot of zak)
(jong) belegen kaas, geraspt
6 zachte grote wraptortilla’s

Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius.
Neem een grote koekenpan en bak hierin het gehakt, samen met het kerriepoeder, rul. Ik voegde geen olie of boter hieraan toe (in het kader van de goede voornemens), maar ga vooral je gang als je die beperkingen niet kent. Schil de appels, verwijder de klokhuizen en snijd de appels in kleine stukjes. Doe deze bij het gehakt en bak ze ongeveer 2 minuten mee. Voeg dan mosterd, zout en peper toe en vermeng goed. Schep uiteindelijk de rode kool door het gehaktmengsel.
Verdeel de vulling over de tortilla’s en rol ze op. Doe ze in een ovenschaal en bestrooi de enchilada’s met de kaas (gebruik zo veel of zo weinig als je wilt). Zet de schaal 10-12 minuten in de oven – tot de enchilada’s door en door warm zijn en de kaas gesmolten is.

Probeer het – je zult verrast zijn!

woensdag 4 januari 2012

Marokkaanse pasta

Het nieuwe jaar is begonnen! Ik wens jullie allemaal een geweldig & gezond 2012 toe!
Meestal doe ik niet aan goede voornemens, maar deze keer moet het er wel van komen: er moet echt een paar kilo’s af… Dat hoop ik overigens te bereiken door het schrappen van calorierijke tussendoortjes. M’n gewone maaltijden blijven ongewijzigd. Denk ik. Hoop ik.

Voorlopig ben ik nog niet erg voortvarend van start gegaan. Er was zojuist een mevrouw in de winkel die dat duidelijk beter aanpakte: ze had zelfs nog geen slok alcohol genuttigd in 2012. Eh, dus ook geen bubbels om middernacht? Nee, inderdaad niet. Oké…. Laat ik verder maar niets zeggen. Of wel: wijn is toch goed voor de spijsvertering?

Ik begon 2012 met deze bijzondere pasta. Een curieuze mix van Italiaanse en Marokkaanse smaken – en het paste wonderwel!
Het recept komt uit “delicious! Het kookboek” van Valli Little (FontaineUitgevers).

Voor 4 personen:
1 eetlepel olijfolie
1 ui, gesnipperd of in dunne halve ringen
1 teentje knoflook, fijngehakt
1 theelepel kaneelpoeder
1 theelepel gemalen komijn (djinten)
¼ theelepel gemalen geelwortel (kurkuma)
½ theelepel (mild) paprikapoeder
1 blik (à 400 ml) tomatenblokjes
125 ml groentebouillon
1 blik (à 400 gr) kikkererwten, afgespoeld en uitgelekt
300 gr kleine pastavormpjes (bv. mini-penne)
20 gr verse peterselie, fijngehakt
20 gr verse koriander, fijngehakt (inclusief de steeltjes)
20 gr verse munt, fijngehakt (had ik niet, maar lijkt me er erg lekker bij)
75 gr pijnboompitten, geroosterd in een droge koekenpan
50 gr feta, verkruimeld
partjes citroen, voor erbij
(zee)zout en versgemalen zwarte peper

Verhit de olie in een grote braadpan op middelhoog vuur en fruit hierin de ui en de knoflook (ongeveer 4 minuten, tot de ui glazig is). Voeg alle specerijen toe en bak deze 1 minuut mee. Doe dan de tomatenblokjes (incl. sap) en de bouillon in de pan, breng het geheel aan de kook en laat het 10 minuten zachtjes bubbelen. Roer vervolgens de kikkererwten erdoor en verwarm ze een aantal minuten mee.
Kook in de tussentijd de pasta in licht gezouten water. Doe de pasta bij de saus en voeg eveneens de gesneden kruiden toe. Breng op smaak met zout en peper.
Schep de pasta op een grote schaal, bestrooi met de geroosterde pijnboompitten (wie goed op de foto kijkt kan zien dat ik dit even vergeten was), de verkruimelde feta en wat achtergehouden kruiden. Serveer de citroen er apart bij.
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...