zaterdag 28 december 2013

Panna cotta met kaneel en gekarameliseerde peer

Op Eerste Kerstdag was ik vrij. Echt vrij. Ik hoefde niets, er moest niets en ik wilde vooral niets. Er werd alleen een beetje gewandeld met de hond, gelezen en geluierd. De enige actie die dag kwam van het voorbereiden van het dessert voor Tweede Kerstdag.
Het was heerlijk om eens op m’n dooie gemak bezig te zijn in de keuken, zonder tijdlimiet omdat er nog een afspraak gepland stond. Ik was een beetje aan het rommelen, af en toe een beetje naar buiten aan het kijken omdat het zulk mooi weer was en tussen de bedrijven door maakte ik deze panna cotta.

De volgende dag viel dit dessert buitengewoon goed in de smaak. Ik ben er van overtuigd dat het relaxte gevoel van de dag ervoor er gewoon in te próeven was!


Voor 6 personen:
500 ml slagroom
125 ml (volle) melk
3 kaneelstokjes
½ theelepel kaneelpoeder
40 gr fijne kristalsuiker
3 blaadjes gelatine
2 eetlepels cognac
4 handperen (ik gebruikte doyenne du comice)
6 grote salieblaadjes (of ongeveer 10 kleinere)
110 gr donkerbruine basterdsuiker

Neem een steelpannetje en doe hierin de slagroom, de melk, de kaneelstokjes, het kaneelpoeder en de suiker. Verwarm de room tot nét tegen de kook aan (even erbij blijven!) en haal de pan daarna van het vuur. Laat het roommengsel een uur trekken.
Week de gelatineblaadjes in ruim koud water (zo’n 5-10 minuten). Zet het afgekoelde roommengsel weer terug op een laag vuur en verwarm het eventjes. Roer de uitgeknepen gelatine door de warme room tot de gelatine geheel gesmolten is. Roer de cognac erdoor en verdeel vervolgens het roommengsel over 6 kleine puddingvormen (of gebruik je mini-Creusetjes). Laat ze minimaal 4 uur (maar het liefst een hele dag) opstijven in de koelkast.

Verwarm de oven voor op 160 graden Celsius. Schil de peren, snijd ze in de lengte in 4 stukken en verwijder het klokhuis. Leg de peren in een goed passende ovenschaal. Verwarm in een pannetje de salieblaadjes met de basterdsuiker en 200 ml warm water tot de suiker is opgelost (regelmatig roeren helpt). Giet de kruidensiroop over de peren en zet ze ongeveer 2 uur in de oven. Overgiet de peren elk half uur met de siroop. Dek de schaal af met aluminiumfolie als de siroop te dik dreigt te worden. Laat de peren afkoelen.
Serveer de panna cotta in de vormpjes (waarom zou je ingewikkeld doen?) en schep de peren er bovenop. Besprenkel met wat extra siroop en serveer direct.

maandag 23 december 2013

Sticky toffee pudding

Opnieuw een gastblog door Alien. Deze keer heeft ze een recept voor een zondig toetje – het mag nog nét in dit oude jaar! Het recept komt uit de “Foodies” van oktober 2013 en volgens Alien is het het lekkerste nagerecht aller tijden!

Ingrediënten:
1 vanillestokje
250 gr dadels zonder pit
1 theelepel bakpoeder
75 gr + 2 eetlepels roomboter
150 gr bruine basterdsuiker
2 eieren
6 eetlepels stroop
20 gr zelfrijzend bakmeel
100 ml slagroom
50 gr muscovadosuiker (of bruine basterdsuiker)
4-6 cakevormpjes

Splijt het vanillestokje en schraap het merg eruit. Pureer de dadels met het merg, bakpoeder en 250 ml warm water.
Klop 75 gr boter met de bruine basterdsuiker romig, dan één voor één de eieren erbij en 3 eetlepels stroop. Zeef het bakmeel er voorzichtig doorheen.
Verwarm de oven op 200 graden Celsius. Spatel de dadelpuree door het beslag en verdeel over de ingevette vormpjes (of 1 grote vorm).
Meng voor de toffeesaus de slagroom, 2 eetlepels boter, 3 eetlepels stroop en de muscovadosuiker en breng op laag vuur aan de kook, 3 minuten zacht koken. Neem de pudding uit de oven, stort ze en laat even afkoelen. Schenk de toffeesaus er royaal overheen, smullen!

woensdag 18 december 2013

Geroosterde bieten met yoghurt-kardemomdressing

Het is december en dat betekent dat ik nadrukkelijk meer tijd doorbreng in de winkel dan thuis. De keuken van Casa Cook & Book zie ik al helemaal niet veel, want koken – dat schiet er bij in. Dat is volgens sommigen geen probleem, want een klant zei het vorige week nog tegen me: “Jij? Jij kunt toch helemaal niet koken.”

De laatste keer dat ik nog een béétje culinair in actie kwam (en het zal die klant verbazen, maar het smaakte uitstekend) was een paar weken geleden – toen het kookclubje bij elkaar kwam. Het thema was “Midden-Oosten”, hoewel dat op geen enkele manier een toet met boterkoek en banketstaaf in de weg stond (want het was bijna Sinterklaas en amandelen, da’s heel erg Midden-Oosten).

Dit gerecht uit “Snackistan” van Sally Butcher (Karakter Uitgevers, verkrijgbaar in de winkel) maakte ik tussen de bedrijven door. De oven in de winkel werd gebruikt om de bieten te roosteren en de yoghurt-dressing maak je echt in een mum van tijd. Dat krijg zelfs ík, in december, nog voor elkaar!

Mezze-gerecht of voorgerecht voor 6 personen:
3 middelgrote bieten (of 6 kleinere bietjes)
100 ml magere yoghurt
2 eetlepels olijfolie
1 flinke theelepel honing
1 eetlepel appelazijn
1 afgestreken theelepel gemalen kardemom
1 afgestreken theelepel gemberpoeder
(zee)zout en versgemalen zwarte peper
handvol verse munt, in kleine stukjes gescheurd.

Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius. Was de bieten goed en snijd de boven- en onderkant eraf. Wikkel de bieten in aluminiumfolie en bak ze in ongeveer 1½ uur gaar in de oven (als je een mes probleemloos door de grootste biet kunt prikken, zijn ze allemaal gaar). Laat een beetje afkoelen, haal ze uit het folie, verwijder de schil en snijd de bieten in plakken van ongeveer 0,3 cm dikte. Verdeel ze over een groot bord.
Vermeng de yoghurt met de honing, de azijn, het kardemom- en gemberpoeder en met zout en peper naar smaak. Druppel de dressing over de bieten en strooi de munt er overheen.
Je kunt dit gerecht zowel warm als koud eten.

vrijdag 13 december 2013

Zoete aardappeltaart met marshmallow topping

Een gastblog door Elles! Deze waanzinnige taart is afkomstig van het foodblog Smitten Kitchen – zeer geliefd bij ons beiden. Het is een zoete aardappeltaart (!), bedekt met een royale laag eiwitglazuur. Elles heeft ‘m gemaakt en iedereen was er lyrisch over…

Voor de cake
2 grote (of 3 kleine) zoete aardappels (ongeveer 800 gr)
250 gr bloem
1 3/4 theelepel bakpoeder
1/2 theelepel baksoda*
1/2 theelepel tafelzout
1 theelepel kaneelpoeder
1/4 theelepel (of meer, als je dat lekker vindt) gemberpoeder
2 snufjes (of meer, als je dat lekker vindt) kruidnagelpoeder
115 gr ongezouten boter, op kamertemperatuur
190 gr bruine suiker
1/2 theelepel vanille extract
2 grote eieren

Voor het eiwitglazuur
3 eiwitten
175 gr kristalsuiker
snufje zout
1/2 theelepel vanille extract
1/4 theelepel cream of tartar* (wijnsteenzuur, hiermee stabiliseer je de eiwitten – maar laat gerust achterwege als je het niet hebt of niet in de winkel kunt vinden)

* in ieder geval te koop bij de toko

Gaar eerst de zoete aardappels. Verwarm de oven voor op 190 graden Celsius. Prik met een vork rondom wat gaatjes in de aardappels en leg ze vervolgens, met schil en al, op een vel bakpapier op de bakplaat. Na circa 45 – 60 minuten zijn ze gaar, keer ze één á twee maal tijdens het bakken. Laat de aardappels volledig afkoelen. Je kunt de aardappels tot 3 dagen van tevoren bakken en bewaren in de koelkast.

Voor het maken van de cake verwarm je de oven voor op 175 graden Celsius. Bekleed de bodem van een vierkante vorm (20 – 23 cm) met bakpapier, vet het bakpapier en de randen vervolgens in. Heb je een vorm met een hele goede anti-aanbaklaag, dan kun je het bakpapier (maar niet het invetten) achterwege laten.

Pel de inmiddels afgekoelde aardappels en pureer ze. Dan kan met een speciale pureeknijper, maar met een vork lukt het ook prima, zolang je maar wegblijft van de blender of de keukenmachine! Uiteindelijk heb je 350 gr puree nodig. Blijft er wat over? Warm het op  met een beetje boter, maal er een beetje zeezout over. Echt lekker!

Roer in een kleine kom de bloem, het bakpoeder, de baksoda, het zout en de specerijen door elkaar. Mix (elektrisch) in 2 á 3 minuten in een grote kom de boter en de bruine suiker tot er een licht, luchtig mengsel ontstaat. Voeg het vanille extract en de eieren toe, en mix nog heel even totdat alles goed is vermengd. Mix er dan de puree van zoete aardappels door en voeg tot slot de droge ingrediënten toe. Stop met mixen zodra alles is opgenomen.

Verdeel het beslag over de vorm en bak de cake zo’n 35 tot 40 minuten in de oven. De houten prikker die je in de taart steekt om te testen of hij gaar is moet er schoon uitkomen. Neem de cake uit de oven en laat hem 15 minuten in de bakvorm op een rooster afkoelen.  Staat de cake iets bol? Om de bovenkant van de cake weer mooi plat te krijgen kun je, zodra hij uit de oven komt, er een paar tellen een houten plank opleggen. Haal de cake na 15 minuten uit de vorm en laat hem vervolgens volledig op het rooster afkoelen. Dit gaat sneller als je hem in de koelkast zet.

Maak het eiwitglazuur: Verwarm in een vetvrije kom al roerend met de garde de eiwitten met de suiker, cream of tartar en een snufje zout zo’n 3 minuten au bain marie (plaats daarvoor je kom op een pan met zachtjes kokend water). De eiwitten moeten lekker warm worden en de suiker moet grotendeels zijn opgelost. Haal de kom van de pan en klop de eiwitten vervolgens met de mixer op de hoogste stand stijf.  Stop pas met kloppen als er pieken ontstaan als het eiwit met de mixer omhoog getrokken wordt. Houd voor de ultieme test de kom met eiwit op de kop; het stijve eiwit dat gereed is, blijft keurig op zijn plaats zonder uit de kom te glijden. Voeg als laatste het vanille extract toe.

Decoreren: Om dezelfde ‘look’ te krijgen als op de foto verdeel je een dun laagje glazuur over de cake en vul je een spuitzak voorzien van een spuitmond met grote opening met de rest van het glazuur. Garneer de cake nu met grote toefen eiwitglazuur. Gebruik de crème brûlée brander om het geheel af te maken.

zondag 8 december 2013

Cannellinibonen met verse worst

Ook vandaag een gastblog door Alien. Dit recept – waar ze laaiend enthousiast over is – komt de Allerhande (nummer 11, 2013). Dit is ook typisch een gerecht voor mij, dus ik ga het binnenkort maken!

Ingrediënten:
500 gram verse worst
4 eetlepels koolzaadolie
3 aubergines
3 takjes rozemarijn
2 theelepels gemalen komijn (djinten)
2 theelepels paprikapoeder mild
100 ml rode wijn
720 ml tomatensaus passata di pomodoro (fles)
2 blikken cannellinibonen (à 400 gr, uitgelekt)

Verwarm de oven voor op 180 graden Celsius. Verdeel de worst in 10 stukken en knijp de zijkanten een beetje dicht. Verhit 2 eetlepels olie in de pan en braad de worst rondom 5 minuten.
Snijd ondertussen de aubergines in blokjes van 2 x 2 cm (brunoise). Ris de naadjes van de takjes rozemarijn en snijd fijn.
Schep de worst uit de pan. Voeg aan het achtergebleven bakvet de rest van de olie, de aubergine, rozemarijn, komijn en paprikapoeder toe. Bak 5 minuten op middelhoog vuur. Schep regelmatig om.
Voeg de wijn, passata en bonen toe. Schep om en leg de worst erop. Doe het deksel op de pan en bak circa 30 minuten in het midden van de oven. Keer de worst halverwege.

maandag 2 december 2013

Millionaire's shortbread

Zoals jullie inmiddels wel gewend zijn, verschijnen in de maand december weer enkele gastblogs. Zo kan er toch regelmatig iets nieuws op deze pagina gepubliceerd worden, terwijl ik zelf nauwelijks in de keuken te vinden ben (maar des te meer in de winkel). Dit recept is aangeleverd door Alien – dank!

Mijn favoriete lekkernij in Engeland! Het recept komt uit de Allerhande nummer 9, de taarten editie.

Ingrediënten:
blikje gecondenseerde melk
250 gr bloem
75 witte basterdsuiker
300 gr boter
125 gr fijne kristalsuiker
200 gr pure chocolade (minimaal 70% cacao)
Extra benodigd:
brownievorm 28 x 18 cm

Zet het ongeopende blikje gecondenseerde melk in een pan en voeg zo veel water toe dat het blikje onder staat. Breng aan de kook en laat 3 uur op laag vuur koken met de deksel op de pan. Controleer af en toe of er nog voldoende water in de pan zit. Neem het blikje met de tang uit de pan en laat 30 minuten afkoelen.
Verwarm tijdens het afkoelen de oven voor op 180 graden Celsius. Doe ondertussen de bloem met de basterdsuiker in een kom. Snijd 175 gram boter in blokjes en voeg toe. Verkruimel snel met je vingertoppen tot kruimels.
Kneed de kruimels vervolgens snel tot een stevig deeg en verdeel gelijkmatig met je handen over de bakvorm. Prik met een vork gaatjes in het deeg en bak in circa 30 minuten in het midden van de oven lichtbruin en gaar. Laat in de vorm afkoelen op een rooster.
Smelt de rest van de boter in een steelpan. Voeg de fijne kristalsuiker toe en laat op laag vuur smelten. Voeg de gekaramelliseerde gecondenseerde melk toe en warm 5 minuten mee, al roerend met een houten lepel. Verdeel over het shortbread en laat 30 minuten afkoelen. Breng een pan water aan de kook. Hang er een iets kleinere kom of pan in, die het water niet mag raken. Laat daarin de chocolade smelten (au bain-marie). Schenk de chocolade over de karamel en laat 30 minuten afkoelen op het aanrecht. Zet vervolgens 30 minuten afgedekt in de koelkast. Snijd in 24 vierkantjes en serveer op kamertemperatuur.

dinsdag 26 november 2013

Chocolade-mueslikoekjes


Hoewel je in gewone recepten nog wel eens een beetje nonchalant kunt zijn met het gebruik van ingrediënten (een beetje meer van dit, een beetje minder van dat), geldt dat zulk gedrag je met bakrecepten al gauw in de problemen brengt. In het algemeen volg ik dan ook altijd netjes wat er wordt voorgeschreven in het recept, want persoonlijke aanpassingen hebben al diverse keren tot misbaksels geleid.

Toch heb ik deze keer op eigen houtje wat lopen veranderen in het oorspronkelijke recept – en dat leverde geen problemen, maar wel geweldig lekkere koekjes op! De truc: ik heb droge ingrediënten vervangen door (dezelfde hoeveelheid) andere droge ingrediënten die qua structuur wel redelijk overeen kwamen. Zo gebruikte ik muesli in plaats van normale havervlokken en heb ik walnoten vervangen door pure chocolade. Niet wereldschokkend, wel erg lekker – en ik durf bijna te zeggen dat mijn variatie beter smaakte dan het origineel!

Het oorspronkelijke recept komt uit “Cookies” van Williams-Sonoma (privé-bezit).

Voor ongeveer 30 koekjes:
125 gr ongezouten roomboter
125 gr fijne kristalsuiker
105 gr donkerbruine basterdsuiker
1 ei (groot), kort geklutst
1 theelepel vanillepasta (of vanille-extract)
125 gr (tarwe)bloem
¼ theelepel baksoda
¼ theelepel kaneelpoeder
¼ theelepel gemalen nootmuskaat
¼ theelepel tafelzout
140 gr muesli
45 gr pure chocolade, fijngehakt

Doe de boter in een steelpannetje en laat het op een zacht vuur langzaam smelten. Haal de pan van het vuur en roer de kristalsuiker en de basterdsuiker er met een houten lepel goed doorheen. Voeg het geklutste ei en de vanille toe en vermeng opnieuw zorgvuldig.
Zeef het bloem, het baksoda, het kaneelpoeder, de nootmuskaat en het zout in een grote kom. Schep dan het bloemmengsel door het boter-eimengsel en voeg de muesli en de chocolade toe. Roer dit er goed doorheen (even kracht zetten!) en dek dan de kom af met huishoudfolie en zet ‘m ongeveer een uur in de koelkast.
Verwarm de oven op 175-180 graden Celsius en bekleed 2 bakplaten met bakpapier. Schep telkens een volle eetlepel koekjesdeeg op het bakpapier en laat ongeveer 5 cm ruimte tussen de koekjes. Gebruik een vork om de koekjes een beetje in te drukken, maar zorg dat ze ongeveer 1 cm hoog zijn. Bak de koekjes in 12-15 minuten gaar en goudbruin. Laat ze op een rek volledig afkoelen.

donderdag 21 november 2013

Enchilada's met geroosterde groenten

Leuke recepten kun je overal vinden. Tuurlijk, in kookboeken (het zal jullie niet verbazen dat dat mijn voorkeur geniet), maar ook in tijdschriften, kranten, de Allerhande of op de keukenkalender. Ja, echt! Daar komt namelijk dit receptje vandaan: van mijn “Lang American Kitchen calendar 2013” (de maand oktober, om precies te zijn).

Wat wel een beetje jammer is van die kalender, is dat er nogal veel kant-en-klare (en dan veelal typisch Amerikaanse) producten gebruikt worden. Toch kan dat ook een voordeel zijn, want in dit gerecht wordt gebruik gemaakt van een potje tacosaus – en dat voorstel heb ik van harte geaccepteerd. Het staat je natuurlijk geheel vrij om zelf een leuk pittig sausje te fabriceren, maar het ontbrak mij aan de tijd daarvoor.

Veel mensen (ook ik) hebben moeite met het onderscheid tussen tortilla’s, taco’s, enchilada’s en al die andere Mexicaanse varianten. Deze website geeft een duidelijke uitleg.

Voor 4 personen:
1 aubergine, in dikke plakken
1 gele paprika, zonder zaadjes, in grove stukken
1 groene paprika, zonder zaadjes, in grove stukken
1 rode ui, in kwarten
250 gr champignons, gehalveerd
2-3 eetlepels olijfolie
1 theelepel gemalen komijn
1 klein potje (pittige) tacosaus
8 tortilla’s
geraspte kaas
(zee)zout en versgemalen (zwarte) peper
Eventueel voor erbij:
zure room
verse koriander, fijngehakt

Verwarm de oven tot 200 graden Celsius. Doe de groenten in een grote ovenschaal en sprenkel de olie erover. Doe het komijnpoeder en royaal zout en peper erbij en hussel alles met je handen goed door elkaar. Zet dan de schaal ongeveer 30 minuten in de oven, tot de groenten mooi geroosterd zijn.
Verhit iets olie in een pan en verwarm hierin de inhoud van het potje tacosaus. Doe de geroosterde groenten erbij en vermeng goed. Verdeel het groentemengsel over de tortilla’s en rol ze op. Leg de rolletjes met de naad naar beneden in de ovenschaal, strooi er met gulle hand de geraspte kaas over en laat het geheel nog ongeveer 20 minuten gratineren in de oven. Serveer eventueel met zure room en koriander, maar dat had ik helaas zelf niet bij de hand.

NB: Op de foto’s ziet het er misschien niet erg smakelijk uit, maar dat was het wel! Dit recept is een blijvertje.

woensdag 13 november 2013

Gepocheerde appels met gember en steranijs

Het overkomt me niet vaak dat ik iets te zoet vind. Zoet = goed, is mijn credo. Waar anderen al afhaken vanwege een overdosis suikers, ga ik vrolijk door. Toch blijken er wel grenzen te zijn – of zou mijn smaak veranderen?

In ieder geval vond ik de eerste versie van deze gepocheerde appels té zoet. Appels zijn zoet, de stemgember is pittig/zoet, het appelsap is zoet, de gembersiroop is zoet en de extra suiker is uiteraard ook zoet. Die extra suiker heb ik dus uiteindelijk bijna helemaal geschrapt (en ook de hoeveelheid gembersiroop is teruggeschroefd), maar: proef zelf goed of je wellicht toch niet meer nodig hebt. Ik denk namelijk dat de beslissende factor het troebele appelsap is: heb je een minder zoete variant, dan is wat extra suiker waarschijnlijk wel nodig.


Voor 3 personen:
3 kleine / medium appels
sap van ½ citroen
400 ml troebel appelsap
½ eetlepel (riet)suiker
2 steranijs
40 gr stemgember (op siroop, in plakken)
3 eetlepels gembersiroop (uit de pot van de stemgember)

Schil de appels, snijd ze doormidden en verwijder de kern. Wentel de helften door het citroensap.
Neem een grote lage pan en doe het appelsap, de suiker, de steranijs, de stemgember en de gembersiroop erin. Breng dit aan de kook, en zet dan het vuur lager zodat het rustig bubbelt.
Leg de appelhelften voorzichtig in de siroop (en giet het citroensap er ook bij) en leg gedeeltelijk een deksel op de pan. Laat het geheel heel rustig borrelen en draai na 10 minuten de appels om. Afhankelijk van het soort appel dat je gebruikt, zul je 15-20 minuten nodig hebben om de appels te pocheren (als je een satéprikker er zonder problemen in kunt steken, is de appel goed). Ik gebruikte Elstar en deze waren na 15 minuten klaar.
Schep de appels met een spaan uit de pan en verdeel ze over 3 schaaltjes. Zet het vuur hoger en laat de siroop even een paar minuten inkoken (verwijder het deksel). Schep de siroop over de appeltjes en serveer warm.

zondag 10 november 2013

Geroosterde pompoen met Aziatische dressing

Ik had gewaarschuwd…. Nigel Slater-alarm! Ik ga m’n best doen om zijn recepten een beetje in de tijd te verspreiden, maar deze móest echt nu. Want nu is het pompoenseizoen in volle gang en dit groentegerecht draait om onze oranje vrienden.

Afijn, ik kwam dit recept dus tegen in “The Kitchen Diaries 2” (4th Estate) en zoals met de meeste pompoenrecepten ging ik direct voor de bijl. Er stond wel iets merkwaardigs in het recept: volgens Nigel moet je de flespompoen schillen. Volgzaam als ik ben (…) deed ik exact wat me opgedragen werd, maar echt: da’s onzin. De schil van een flespompoen is dun en prima eetbaar. Misschien moet je de stukjes pompoen dan 5 minuten langer roosteren, maar dat weegt niet op tegen het gevaarlijke klusje (voor mij tenminste wel) van het schillen van een onwillige pompoen.

Nog even een opmerking: wees in eerste instantie wat voorzichtig met het toevoegen van de dressing. Proef eerst even! De dressing is nogal krachtig en het zou zonde zijn als deze de heerlijke pompoensmaak overvleugelt…

Bijgerecht voor 5 personen:
1 (fles)pompoen, ongeveer 1,5 kg (ongeschild gewicht)
50 gr roomboter, in stukjes
4 eetlepels fijne kristalsuiker
200 ml water
verse gember, ongeveer een stuk ter grootte van een duim, geraspt
1 grote rode peper, fijngehakt
2 limoenen
2 dopjes vissaus
klein bosje verse koriander, fijngehakt


Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius. Schil de pompoen (zie boven), verwijder de pitten en draden en snijd de pompoen in stukken van 2 x 2 cm. Doe de stukken in een grote ovenschaal, doe de boter erbij en rooster de pompoen ongeveer een uur in de oven. De stukken moeten volledig gaar worden.
Om de dressing te maken doe je de suiker en het water in een steelpannetje. Breng het aan de kook en laat flink inkoken, zodat je uiteindelijk maar de helft overhoudt. Vermeng in een kommetje (of gebruik een keukenmachine om alles fijn te hakken) de gember, de rode peper en de rasp en het sap van beide limoenen. Doe deze pasta bij de suikersiroop en voeg eveneens de vissaus en de koriander toe. Haal daarna direct de steelpan van het vuur.
Als de pompoen helemaal gaar is, kun je ongeveer 1/3 deel van de dressing over de stukjes scheppen. Zet daarna de schaal nog 10 minuten terug in de oven. Haal dan de schaal uit de oven, hussel de resterende dressing (met mate, zie boven) door de pompoen en serveer direct.

dinsdag 29 oktober 2013

Witte bonen met ontbijtspek en ahornsiroop

Steek je vinger op als je wel eens naar “Masterchef Australia” kijkt!

[vingertje in de lucht]

Voor mijn mede-kijkers is dit een overbodige mededeling, maar één van de juryleden Down Under is Matt Preston, restaurantcriticus van beroep. Immer onberispelijk gekleed, altijd met pochet en/of sjaaltje, en iemand die duidelijk gewend is om vrijwel dagelijks op het allerhoogste niveau te dineren.

Dat beeld vervaagt al een beetje als je hem op Twitter volgt (want: dan blijkt hij gewoon te voetballen en zit z’n haar op foto’s wel eens heel raar door de war). Matt blijkt uiteindelijk echter definitief een normaal mens als je zijn nieuwe kookboek bekijkt: 100 heerlijke, eenvoudige home-made (familie)gerechten. Niks geen frivole liflafjes, gewoon lekker! Ik was al fan, maar nu helemaal!

Dit recept komt uit “Matt Preston’s 100 beste recepten” (Kosmos Uitgevers, verkrijgbaar in de winkel).

Voor 3 personen:
1 eetlepel olijfolie
125 gr spekreepjes
1 kleine ui, in dunne ringen
400 gr tomatenblokjes (blik)
½ eetlepel bruine basterdsuiker
40 ml ahornsiroop
1 eetlepel worcestersaus
2 blikken à 400 gr witte bonen (of cannelinibonen), afgespoeld en uitgelekt
250 gr champignons, in grote stukken
1 laurierblaadje
250 ml water
1 eetlepel rietsuiker
3 eieren
(zee)zout en versgemalen zwarte peper

Verwarm de oven voor op 160 graden Celsius.
Neem een zware, ovenbestendige pan (met goed passend deksel), verhit hierin de olie en bak de spekreepjes en de ui ongeveer 5 minuten. Voeg de tomatenblokjes, de basterdsuiker, de ahornsiroop en de worcestersaus toe en roer goed door.
Voeg vervolgens de witte bonen, de champignons, het laurierblaadje, het water en zout en peper naar smaak toe. Breng het geheel aan de kook, dek de pan goed af en zet deze 1½ uur in de oven. Verwijder dan het deksel (of het folie, dat kun je ook gebruiken) en strooi de rietsuiker over de bonen. Zet de pan onafgedekt nog 30 minuten terug in de oven. Ongeveer 10 minuten voor het einde van de kooktijd kun je de eieren voorzichtig in de pan breken. Zet het geheel daarna nog 10 minuten terug in de oven tot de eieren goed gaar zijn.

donderdag 24 oktober 2013

Reuzen-kaasscone

Ik zit (weer eens) in een Nigel Slater-fase. Op het nachtkastje ligt “Kitchen diaries II” en ik smul weer van de sappige beschrijvingen van hetgeen Nigel gedurende een jaar eet en kookt. Hoewel ik pas bij de maand maart ben, kent het boek al diverse ezelsoren van pagina’s met recepten die ik absoluut moet gaan maken.

Het onderstaande recept is weliswaar van Nigel Slater, maar ik plukte het van de BBC-website, nadat ik een oude aflevering van één van zijn programma’s gezien had. In die aflevering maakt hij namelijk een grote hartige scone, waarin diverse restjes kaas werden verwerkt. Een puike oplossing om alle rondslingerende kaasresten op te maken.
Zorg wel dat je in ieder geval één echt sterke, vrij dominante kaas gebruikt – omdat anders het geheel misschien wat flauw is. Een sterke blauwe kaas is daarvoor perfect, maar ook mijn blokjes Old Amsterdam deden hun werk voortreffelijk!

Voor 1 reuzen-scone:
450 gr (tarwe)bloem
4 theelepels bakpoeder
85 gr koude roomboter, in kleine blokjes
350 ml melk
250 gr kaasrestjes, in kleine blokjes + wat extra geraspte kaas voor bovenop de scone

Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius.
Zeef de bloem en het bakpoeder boven een grote kom en wrijf de boter er met je vingers doorheen – tot er een textuur ontstaat die lijkt op grove broodkruimels.
Giet de melk erbij en roer met een houten lepel door het deeg. Doe de kaas erbij en kneed dit (gewoon met je handen) door, zodat de kaasblokjes goed door het deeg verspreid zijn. Vorm een grote ronde bal van het deeg en leg deze op een bakplaat (waarop je bakpapier hebt gelegd). Druk er met je platte hand op, zodat het wat minder rond is en bestrijk met wat extra melk. Strooi vervolgens de geraspte kaas erover en maak met een scherp mes een kruis in de ongebakken scone.
Bak de scone ongeveer 30 minuten in de oven en eet ‘m bij voorkeur warm. Heerlijk om zo te eten, maar nog lekkerder met een beetje chutney (bijvoorbeeld groene tomatenchutney) erop!

donderdag 17 oktober 2013

Gestoofde kip in spinazie-pindasaus

Best een begrijpelijk titel, hè? Ik denk toch dat een mens zich daar iets bij kan voorstellen. Dit geheel in tegenstelling tot de officiële benaming: Kip cacahuete. U zei?

Dit recept komt uit een Belgisch boekje (een heel leuk boekje trouwens: “Njam / Soepen en stoofpotjes”, verkrijgbaar in de winkel) en daar heet het dus zo. Even een snelle actie op Google levert al snel het antwoord op: “cacahuete” is een oorspronkelijk Spaans woord (ook in het Frans gebruikt), dat “aardnoot” betekent. Pindasaus, ik zei het al.

Zoals hier te verwachten valt, is het in het geheel niet ingewikkeld om te maken. Je kunt een hele kip gebruiken (die je dan in stukken hakt), of 4 kippenpoten zoals ik deed. Geef mij namelijk een groot mes en er vloeit met zekerheid bloed. Dan dus beter kippenpoten kopen…

Voor 4 personen:
250 gr pindakaas
4 kippenpoten
1 theelepel paprikapoeder
2 eetlepels zonnebloemolie
1 (rode) ui, fijngesnipperd
2 teentjes knoflook, fijngehakt
1 rode paprika, in blokjes
100 ml ketjap manis
2 eetlepels ketchup
2 theelepels cayennepeper
250 gr spinazie, gewassen en uitgelekt
(zee)zout en versgemalen (zwarte) peper

Vermeng in de pindakaas met 200 ml lauw water in een kom. Bestrooi de kip met het paprikapoeder, zout en peper en wrijf de stukken er goed mee in.
Neem een grote braadpan en verhit hierin de olie. Braad de stukken kip even goed aan, zodat ze een mooi bruin kleurtje krijgen (eventueel in porties). Haal de kip uit de pan en houd warm onder aluminiumfolie.
Doe de ui, de knoflook en de paprika in de pan en fruit dit ongeveer 5 minuten. Doe de verdunde pindakaas, de ketjap manis, de ketchup, de cayennepeper en nog 100 ml water erbij en breng het geheel aan de kook.
Leg de stukken kip terug in de pan en laat alles ongeveer 30 minuten stoven met het deksel op de pan. Voeg uiteindelijk de spinazie toe en laat deze ongeveer 3 minuten meestoven.
Je kunt de kippenpoten in z'n geheel serveren of (zoals ik deze keer uitsloverig deed) met 2 vorken het vlees van de botten halen. Serveer met rijst.

zaterdag 12 oktober 2013

Linzensalade met geroosterde tomaten en geitenkaas

Tot een jaar of tien geleden had ik nog nooit linzen gegeten. Of kikkererwten. Het idee stond me enorm tegen – dat kon niet lekker zijn!
Toen ging ik een dieet volgen (vergeet niet: dit speelde zich af in de dagen dat ik nog de discipline kon opbrengen voor zoiets) dat eigenlijk heel hip was: low-carb. Koolhydraten waren slechts in heel beperkte mate toegestaan. Er werd gezegd dat je trek naar koolhydraten na verloop van tijd zou verdwijnen. Misschien was ik de uitzondering op deze regel, want na 6 maanden was ik bereid om een moord te plegen voor een lekker knapperig brood – maar ik was er wel ruim 8 kilo mee afgevallen, zonder al te veel moeite te hebben gedaan.
Dit South Beach dieet (want daar heb ik het over) moedigde het eten van peulvruchten aan – deze bevatten weliswaar de nodige koolhydraten, maar het zijn zogenaamde ‘langzame’ koolhydraten. Langzame koolhydraten geven rustig en gestaag energie aan het lichaam, zonder het bloedsuikergehalte enorm te laten pieken – en dat is dus goed. Technisch verhaal, maar de bottom line is: ik waagde me aan de linzen en de kikkererwten…. en ik bleek ze enorm lekker te vinden!

Een aantal jaren en extra kilo’s later eet ik ze nog steeds met veel plezier, zoals in deze salade – gebaseerd op een recept uit “Granen, peulvruchten en zaden” (Good Cook Publishing, verkrijgbaar in de winkel).

Maaltijdsalade voor 2 personen:
12 kerstomaatjes, gehalveerd
1 volle theelepel aci biber salçasi (Turkse peperpuree) of harissa
3 eetlepels olijfolie
½ eetlepel fijne kristalsuiker
1 eetlepel witte balsamico of witte wijn azijn
1 volle eetlepel grove mosterd
3 eetlepels extra vergine olijfolie
200 gr linzen (ik gebruikte zwarte Beluga linzen), afgespoeld en uitgelekt (*)
1 sjalot, fijngesnipperd
6 plakjes ontbijtspek, in grove repen
2 eetlepels platte peterselie, fijngehakt
125 gr geitenkaas, in stukjes gebroken
(zee)zout en versgemalen zwarte peper

Verwarm de oven voor op 150 graden Celsius. Doe de tomaten in een passende ovenschaal (met de snijvlakken omhoog). Vermeng de aci biber salçasi met de olijfolie en giet dit over de tomaten. Bestrooi met de suiker, wat zout en peper en vermeng goed (met je handen, maak er maar een gezellige kliederboel van). Rooster de tomaten ongeveer 35 minuten in de oven, tot ze licht zijn geslonken. Haal uit de oven en laat afkoelen buiten de koelkast.
 
Maak de dressing door de balsamico, de mosterd, de extra vergine olijfolie en wat zout en peper in een jampotje te doen. Draai het deksel erop en schud even goed.
Doe de linzen in een steelpannetje, giet er voldoende koud (ongezouten!) water bij en breng het geheel aan de kook. Laat 15-20 minuten koken en giet de linzen dan af. Verhit in de tussentijd een droge koekenpan en doe de sjalot en het spek erin. Bak dit even goed aan en voeg dan de linzen hieraan toe. Voeg eveneens de peterselie en de dressing toe en vermeng goed.
Schep de linzen in mooie schaaltjes en verdeel de tomaten en de stukjes geitenkaas erover. Bedruppel eventueel nog met een beetje extra vergine olijfolie en maal er wat verse peper overheen. Eet deze salade warm of op kamertemperatuur.

(*) Gebruik vooral een blik linzen (Bonduelle) als je daar zin in hebt (ik voel me daar nooit een seconde schuldig onder). Deze hoeven niet meer te koken, maar het is wel verstandig ze even te verwarmen, want dan nemen de linzen de dressing beter op.

dinsdag 8 oktober 2013

Kokoscake met spekkoekkruiden

Laatst bakte ik een cake die nét een tikje anders was. Geen ingewikkeld gedoe; gewoon een standaard cakerecept met een paar dingen extra. In mijn geval voegde ik aan het normale cakebeslag wat geraspte kokos en spekkoekkruiden toe.

Spekkoekkruiden (kaneel, nootmuskaat, kruidnagel, kardemom) kun je kopen in een (Indonesische) toko, maar je kunt het ook prima vervangen door Chinees 5-kruidenpoeder (kaneel, steranijs, szechuanpeper, venkelzaad, kruidnagel). Het is dus niet exact hetzelfde, maar het komt heel aardig in de buurt.

Het basisrecept komt uit “Kook ook” (Inmerc Uitgevers, verkrijgbaar in de winkel).

Voor 1 cake (cakevorm ca. 22 cm):
200 gr zachte roomboter
200 gr zelfrijzend bakmeel
200 gr fijne tafelsuiker
¼ theelepel zout
4 eieren
3 eetlepels geraspte kokos
1 eetlepel spekkruiden (poeder)

Verwarm de oven voor op 150 graden Celsius.
Bekleed de cakevorm met bakpapier. Je kunt ook de cakevorm invetten met boter en dan bestuiven met wat bakmeel (klop het overtollige meel er weer uit).
Doe de roomboter, de suiker en het zout in een beslagkom en klop dit ongeveer 10 minuten heel zorgvuldig door. Gebruik hiervoor een keukenmachine of een elektrische handmixer. Als de massa er licht en romig uitziet, kun je één voor één de eieren toevoegen. Zorg dat elk ei goed opgenomen is voordat je het volgende ei erbij doet.

Tot zover het standaard beslag. Voeg nu extra de kokos en de spekkoekkruiden toe en schep deze even goed door. Giet het beslag in de cakevorm en bak de cake 1¼ uur (75 minuten). Controleer met een satéprikker of de cake gaar is: steek de prikker erin – als de prikker er droog en schoon uitkomt, is de cake gaar.
Laat de cake 5 minuten afkoelen in de vorm, verwijder de cakevorm (en eventueel het bakpapier) en laat daarna verder afkoelen op een rooster.

woensdag 2 oktober 2013

Gebakken ham-aardappelen met ei en appelsalade

Ik ken m’n beperkingen. Dus: what was I thinking?
Er is nog nooit een fatsoenlijk gepocheerd ei door mij geproduceerd – ik heb zelfs nog nooit iets gemaakt dat daar zelfs maar bij in de búúrt kwam. Dus waarom dacht ik dat ik voor dit recept dat klusje wel even zou klaren? Laten we het maar op een vlaag van verstandsverbijstering houden.

Afijn, het is dus de bedoeling dat je voor dit recept een paar eitjes pocheert. In theorie (…) doe je dat zo: kokend water met een scheutje azijn erin, roer even goed door het water met een pollepel (zodat er een draaikolkje ontstaat), doe voorzichtig het ei in het water, gebruik de pollepel om eventueel weglopende ‘draden’ weer op het juiste spoor te brengen, kook ongeveer 3 minuten en klaar is het! In theorie dus.
In mijn werkelijkheid vliegt zo’n ei dan alle kanten op en kun je na 3 minuten allerlei losse stukjes ei uit het water gaan vissen. Dat gebeurde dus ook deze keer weer en daarom heb ik het nu officieel opgegeven met de draaikolk-methode. Ik heb nog één hoop: dat de soeplepel-techniek wel werkt. In theorie (…) werkt die zo: kokend water met een scheutje azijn erin, doe het ei in een soeplepel en laat de soeplepel voorzichtig in het water zakken, kook ongeveer 3 minuten en klaar is het! Deze theorie moet nog in de praktijk getest worden, maar sorry: voorlopig ben ik even helemaal klaar met gepocheerde eieren!

Dit recept komt van de website van Jamie Oliver.

Voor 2 personen:
1 + 1½ eetlepel olijfolie
6 plakken ontbijtspek, in brede repen gesneden
2 plakken schouderham, in brede repen gesneden
500 gr aardappelen, in kleine blokjes van 1 x 1 cm
scheutje witte wijn azijn
2 eieren (supervers!)
75 gr rucola
1 appel, in dunne plakjes
sap van ½ citroen

Neem een grote koekenpan en verwarm hierin 1 eetlepel olijfolie. Bak het spek, de ham en de aardappelen op matig-hoog vuur gedurende ongeveer 12 minuten – tot de aardappelen goudkleurig en gaar zijn.
Breng in de tussentijd een ruime hoeveelheid water aan de kook in een andere pan en voeg de azijn er aan toe. Pocheer de eieren in het water.
Doe de rucola en de appelplakjes in een kom, strooi er wat zout en peper over en giet het citroensap en een flinke scheut olijfolie erbij. Gebruik je handen om alles even goed te vermengen.
Verdeel de aardappelen over 2 borden, leg op elk bord een gepocheerd ei en stapel de salade er bovenop.
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...