woensdag 29 januari 2014

Spitskoolsoep met zwarte bonen

Ik houd wel van een soepje op z’n tijd, vooral in de winter. De gehanteerde techniek is eigenlijk altijd dezelfde: groenten in kleine blokjes snijden, koken in bouillon en dan pureren met de staafmixer. Als je pompoen, zoete aardappel of gewone aardappel in de groenten mix meeneemt, is het gebruik van room niet eens nodig om een mooie crèmesoep te krijgen. Op dit blog zijn hiervan diverse voorbeelden te vinden: aardpeer-pastinaaksoep, knolselderij-zoete aardappelsoep, pompoen-broccoli-zoete aardappelsoep, koude bietensoep met zure room, koude soep met doperwtjes en munt, spinazie-kokossoep of de worteltjessoep.

Voor de soep van vandaag kwam de staafmixer echter eens een keer níet in de actie. Het werd een groentesoepje, maar dan met wat minder gebruikelijke groenten. En zonder balletjes. In plaats daarvan gebruik je spitskool, zwarte bonen en kalkoen. Ik gebruikte zelfs kalkoenbouillon (een overblijfsel van de Kerstkalkoen), maar je kunt ook gewoon kippenbouillon gebruiken. Aan de slag!

Het recept komt uit Allerhande (editie november 2013?).

Voor 4 personen:
2 eetlepels olijfolie
300 gr wortel, geschrapt en in plakjes
1 ui, fijn gesnipperd
1 teentje knoflook, fijngehakt
1 laurierblaadje
400 gr spitskool, in dunne reepjes
250 gr kalkoenfilet, in kleine blokjes
400 gr zwarte bonen (blik), afgegoten en schoongespoeld
1 liter kippenbouillon
20 gr platte peterselie, grof gesneden
50 gr Parmezaanse kaas, in vlokken of grof geraspt

Verhit de olijfolie in een soeppan en bak op een matig vuur de wortel, de ui, de knoflook en het laurierblaadje (ongeveer 5 minuten). Zorg dat de groente gaart, maar niet bruin verkleurt.
Voeg de spitskool, de kalkoenblokjes, de zwarte bonen en de bouillon toe. Breng het geheel aan de kook en laat de kalkoen op een laag vuur in ongeveer 10 minuten gaar worden.
Verwijder het laurierblaadje, maar doe de peterselie er juist bij en verwarm deze nog een minuut mee.
Verdeel de soep over 4 diepe borden en bestrooi met de Parmezaanse kaas.

woensdag 22 januari 2014

Stroganoff saus

Ik ben op het moment bezig met een post over een heerlijk en gezond soepje, maar daar moeten jullie nog even een paar dagen op wachten. In de tussentijd was Alien zo lief om weer een gastblog te verzorgen; deze keer over een sausje dat iedereen wel kent (geweldig bij de biefstuk!), maar waarvan de meeste mensen waarschijnlijk niet weten hoe je het zelf kunt maken.

Het recept komt van Smulweb.

Ingrediënten:
1 eetlepel olijfolie
2 uien, fijn gesnipperd
1 rode paprika, in blokjes of reepjes
½ groene paprika, in blokjes of reepjes
250 gr champignons (= 1 bakje), in plakjes
flinke scheut wodka
1 klein blikje tomatenpuree (70 gr)
1 runderbouillonblokje
1 teentje knoflook, fijn gesnipperd
1 eetlepel chilipoeder (begin met 1 theelepel, dan proeven of je er qua pittigheid meer in wilt doen.)
paar druppeltjes worchestershire saus
paar druppeltjes tabasco
1 eetlepel paprikapoeder
125 ml slagroom (= 1 klein bekertje)
(zee)zout en witte peper

Verwarm de olijfolie in een koekenpan en fruit hierin de uien. Voeg de blokjes paprika toe en vervolgens de champignons. Leg een deksel op de pan en laat de groenten op matig vuur een paar minuten stoven.
Voeg een scheut wodka toe en laat dit even meekoken, zodat de alcohol verdampt. Doe vervolgens de tomatenpuree, het bouillonblokje, de knoflook, het chilipoeder, de worchestershire saus, de tabasco en het paprikapoeder erbij. Laat dit allemaal even meekoken en voeg vervolgens de slagroom toe. Laat de saus hierna niet meer koken, om schiften te voorkomen. Breng eventueel op smaak met zout en witte peper en serveer bijvoorbeeld bij een mals biefstukje.

vrijdag 17 januari 2014

Parelgort met prei en pancetta

Zoals ik al eerder schreef, verbaas ik me nogal over de ophef die is uitgebroken over suikers, koolhydraten (ook een vorm van suiker) en gluten. Er zijn goede redenen om het gebruik hiervan binnen de perken te houden, maar zo langzamerhand worden deze stoffen als “duivels” betiteld. Kom op…. alles met mate! Ik begrijp dat dit een hopeloos ouderwetse opvatting is, maar volgens mij is het zo gek nog niet.

Omdat ik vind dat iedereen lekker zelf moet weten wat hij/zij eet, trek ik mij dan ook niets aan van deze verhalen. Aangezien ik gelukkig niet te lijden heb onder een gluten-allergie, eet ik vrolijk mijn broodjes en geniet er schaamteloos van. Ik word niet alleen heel blij van mijn dagelijkse portie zuurdesem, maar ik experimenteer ook graag met allerhande vormen granen – en zeker ook met de wat onbekendere soorten. Vandaag een recept waarin ik parelgort gebruik (helaas niet glutenvrij, maar met een GI van circa 35 best acceptabel voor mensen op een koolhydraatarm dieet).

De parelgort is langzaam gegaard in bouillon, als ware het risotto. De kookduur is vrij lang (ongeveer 45 minuten), maar het is absoluut de moeite waard! Kun je geen parelgort krijgen, vervang het dan gewoon door arborio rijst en reken met een kooktijd van circa 20 minuten.

Het recept komt uit “Granen, peulvruchten en zaden” van Molly Brown (Good Cook Publishing).

Voor 3 personen:
25 gr roomboter
150 gr pancetta, in blokjes gesneden
500 gr prei, in dunne ringen gesneden
300 gr parelgort
1 liter kippenbouillon
3 eetlepels grof geraspte Parmezaanse kaas
(zee)zout en versgemalen zwarte peper

Smelt de boter in een grote pan met een dikke laag en bak hierin de stukjes pancetta tot ze een mooi gouden kleurtje hebben gekregen. Voeg de preiringen toe en zet het vuur lager (tot matig) en laat de prei in ongeveer 10 minuten goed garen (en slinken).
Doe de parelgort in de pan en bak dit even mee. Voeg dan (soeplepel voor soeplepel) de warme bouillon toe. Laat de gort zachtjes koken – het duurt ongeveer 45 minuten (en misschien iets meer of minder dan 1 liter bouillon) voordat de parelgort gaar is. Zorg dat het geheel niet té nat wordt (dan krijg je parelgortsoep) en breng op smaak met zout en peper. Serveer in diepe borden of in kommen en bestrooi met de grof geraspte Parmezaanse kaas.

vrijdag 10 januari 2014

Boerenkool met zoete aardappel en speklapjes

Slik. Ik lees het recept nog even door en besef me dat dit opnieuw geen post gaat worden voor mensen met dieetplannen. Volgens Foodies (het tijdschrift waar ik deze fijne winterstamppot spotte, editie januari 2014) levert een portie een whopping 602 kilocalorieën en 30 gram koolhydraten op.
Tel daarbij op dat volgens Foodies 4 mensen eten van onderstaand recept, maar dat in mijn stevige-eters-wereld slechts 3 mensen gevoed konden worden.
Plus: ik heb de voorgeschreven hoeveelheid boerenkool verhoogd van 300 gram naar 500 gram – maar dat lijkt me alleen maar gezond. Ik vind dat boerenkoolstamppot namelijk donkergroen moet zijn, niet wit met wat groene spikkeltjes.
En: ik heb extra vet aan de stamppot toegevoegd, wat het recept niet vermeldde – maar wat wel héél lekker was.

Ok, dit is dus een recept voor smulpapen, niet voor mensen die op dieet zijn…

Voor 3 personen:
500 gr zoete aardappelen
500 gr gesneden boerenkool
400 gr speklappen
1 eetlepel tomatenpuree
4 eetlepels roomboter
1 eetlepel grove mosterd
(zee)zout en versgemalen (zwarte) peper

Schil de zoete aardappelen en snijd ze in grove stukken. Doe ze in een grote (!) pan en voeg koud water toe tot ze nèt onder staan. Doe er een theelepel zout bij en prop de boerenkool ook in de pan. Doe er een deksel op en breng het water aan de kook. Zet dan het vuur lager en laat de aardappelen en de boerenkool in 15-20 minuten rustig gaar koken.
Giet het water af en stoom de groenten ongeveer een minuut even droog. Neem dan een flinke stamper, 2 eetlepels roomboter en de mosterd en stamp tot je een mooie romige stamppot hebt verkregen. Breng op smaak met zout en peper.
Verhit in de tussentijd de resterende roomboter in een koekenpan, smeer de speklappen in met de tomatenpuree (en bestrooi ze met zout en peper) en bak de lappen op vrij hoog vuur gaar (4 minuten per kant).
Serveer de stamppot met de speklappen.

(Psst: dit wordt dus nóg lekkerder als je het achtergebleven bakvet + tomatenpuree van de speklappen ook door de stamppot roert….).

zondag 5 januari 2014

Muffins met sjalotten en Parmezaanse kaas

Het mag nog nét, dus: Ik wens iedereen een geweldig 2014, vol geluk, liefde, voorspoed en gezondheid!

Iedereen die 2014 is begonnen met het voornemen minder koolhydraten te eten: stop hier maar met lezen. Ik doe er niet aan mee. Eerlijk gezegd: ik vind het nogal overtrokken dat koolhydraten en suikers ineens de duivel zijn geworden. Ik laat m’n brood absoluut niet staan, niet in 2013 en ook niet in 2014. Zoals m’n moeder altijd zegt: alles met mate, want overal waar “te” voor staat is niet goed.
Als ik deze wijze raad nou ook nog eens in praktijk zou brengen als het om m’n gesnoep gaat…

Vol goede moed beginnen we dit jaar dan ook met hartige muffins (met zelfrijzend bakmeel, hoe duivels is dat?). Ze zijn heerlijk als tussendoortje, maar je kunt ze natuurlijk ook prima bij een soepje eten. Vervang vooral de Parmezaanse kaas door een andere kaassoort – als er maar veel smaak aan zit!

Het recept komt uit het magazine “Boodschappen” van december 2013.

Voor 12-15 muffins
1 eetlepel olijfolie
2 sjalotten of 1 grote ui, gesnipperd
300 gr zelfrijzend bakmeel
4 theelepels bakpoeder
snuf komijnpoeder
snuf nootmuskaat
75 gr grof geraspte Parmezaanse kaas
2 eieren
300 ml karnemelk
tafelzout

Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius.
Verhit de olie in een koekenpan en fruit daarin zachtjes de uien – ongeveer 5 minuten, tot de uien zacht en lichtbruin zijn. Laat de sjalotten iets afkoelen.
Neem een grote kom en zeef hierboven het zelfrijzend bakmeel en het bakpoeder. Doe het komijnpoeder, de nootmuskaat, de kaas en een snufje zout erbij en vermeng goed.
Klop in een andere kom de eieren los met de karnemelk en roer de uien erdoor. Giet dit mengsel bij de droge ingrediënten en vermeng even kort (het hoeft niet perfect gemengd te zijn).
Verdeel het beslag over de muffinvormen (met daarin uiteraard papieren vormpjes) en bak de muffins in ongeveer 25 minuten gaar en goudbruin. De muffins zijn het lekkerst als ze lauwwarm gegeten worden.
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...