dinsdag 28 juli 2015

Teriyaki-zalm met paddenstoelen



Teriyakisaus kun je natuurlijk kant-en-klaar in een flesje kopen. Lijkt me helemaal niets mis mee. Maar een recept van zalm met paddenstoelen (ok, best bijzondere combi, maar toch…) en dan met saus uit een flesje… da’s niet echt een recept. Daarom gaat hier om regelrechte home made teriyakisaus. Kinderlijk eenvoudig, snel klaar ook – en (in een schoon potje in de koelkast) nog weken houdbaar. Maak dus vooral lekker veel!


Ingrediënten voor de teriyakisaus (maakt 500 ml):
250 ml sojasaus
250 ml droge sherry (of beter: sake)
3 eetlepels verse gember (geraspt)
110 gr fijne kristalsuiker
2 theelepels sesamolie

Het kan echt niet eenvoudiger: doe alle ingrediënten in een pannetje, breng de saus aan de kook en laat op laag vuurtje 10 minuten zachtjes bubbelen. Laat de saus afkoelen, giet ‘m in een schone pot of fles en bewaar in de koelkast.

Ingrediënten voor de zalm met paddenstoelen (6 personen):

20 gr gedroogde paddenstoelen, grote stukken verkruimeld
125 ml teriyakisaus (zie boven)
2 theelepels maïzena
6 zalmfilets
½ rode peper, fijngehakt
2 lente-uien
(zee)zout en versgemalen zwarte peper

Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius.
Doe de gedroogde paddenstoelen (je mag helemaal zelf weten wèlke paddenstoelen je kiest) in een kom en giet er 200 ml kokend water over. Laat ze ongeveer 15 minuten wellen. Giet er dan de teriyakisaus bij en roer vervolgens de maïzena erdoor.
Leg de zalmfilets naast elkaar in een ondiepe ovenschaal en bestrooi ze met het fijngehakte rode pepertje en de flinterdunne ringetjes lente-ui (alleen het witte gedeelte). Giet het paddenstoelen-teriyakimengsel erover en bestrooi met een beetje zout en peper. Zet de schaal ongeveer 20 minuten in de oven, tot de zalm helemaal gaar is. Snijd het groene deel van de lente-uien in lange, dunne reepjes en garneer het gerecht hiermee.

Ik serveerde deze zalm met wat simpele eiernoedels en geroerbakte paksoi (ook met een scheutje teriyakisaus erdoor).

vrijdag 17 juli 2015

Manakish - Arabisch platbrood met za'atar



Voor wie, net als ik vóór ik dit recept vond, niet weet wat manakish is: dit is een Arabisch platbrood. Het lijkt een beetje op een pizzabodem en de meest gebruikelijk toppings zijn za’atar (zoals hieronder beschreven), kaas of vlees (gehakt).
Ik vond het recept in “Bakken met Paul Hollywood” (geschreven door Paul Hollywood, Good Cook Publishing) en besloot dat ik het erop ging wagen. Het recept van het-GBBO-jurylid-met-de-staalblauwe-ogen maakt 3 grote broden en dat leek me een beetje veel. Ik deelde dus het recept door 3 (dat kan prima!) – en daar kreeg ik echt spijt van. Het is namelijk geen enkele moeite om meer deeg te maken en het levert wel 2 extra broden op. Want joh, dit is lékker!
Om te voorkomen dat jullie deze fout niet begaan, volgt onderstaand het recept voor 3 grote broden (of 10 kleintjes).
 
Ingrediënten:
500 gr (tarwe)bloem
10 gr fijn tafelzout
25 gr fijne kristalsuiker
10 gr gedroogde instantgist
320 ml lauwwarm water
olijfolie
10-12 eetlepels (!) za’atar

Neem een grote mengkom en doe hierin het bloem, het zout, de suiker en de gist. Voeg driekwart van het water toe en vermeng rustig met je vingers. Voeg elke keer een scheutje van het resterende water toe, tot er zich een grof deeg vormt. Je hebt misschien niet al het water nodig (of misschien juist iets extra, zoals ik). Het is bedoeling dat het deeg zacht is, maar niet erg nat.

Giet wat olijfolie op je werkblad en haal het deeg uit de mengkom. Kneed het deeg zo’n 10 minuten tot het zacht en soepel is geworden. Leg het in een met olijfolie ingevette kom, leg er een schone theedoek over en laat het deeg minimaal 1 uur (maar 2 uur, of 3 uur is ook prima) op kamertemperatuur rijzen – het verdubbelt ongeveer in grootte.
Haal het deeg uit de kom en leg het op een licht geolied werkblad. Vouw het een aantal keren om tot alle lucht eruit is en verdeel het deeg dan in 3 stukken. Rol de stukken uit tot platte broden met een doorsnede van ongeveer 30 cm (is echt heel dun!) en leg ze op bakplaten die met bakpapier bekleed zijn. Schuif de bakplaten in een grote plastic zak en laat opnieuw rijzen bij kamertemperatuur, deze keer ongeveer 20 minuten.
Verwarm de oven voor op 225 graden Celsius.
Bestrijk de bovenkant van de manakish met wat olijfolie. Meng de za’atar met voldoende olijfolie tot er een dikke pasta ontstaat en besmeer de bovenkant van de broden hier royaal mee. Bak de platbroden 15 minuten in de oven en laat afkoelen op een rooster.

Zoals altijd geldt: het is een langdurig proces, maar het is niet veel werk. En jeetje, wat ís het de moeite waard!

vrijdag 10 juli 2015

Easy paella



Ik doe normaal gesproken op maandag boodschappen bij een niet-nader-te-noemen supermarkt. Omdat ik geen uitgesproken fan ben van supermarkten, probeer ik gedurende de week zo veel mogelijk spullen te scoren bij de leuke adresjes in Arnhem (en op de markt), maar helemaal zonder super kan ik niet.
Vorige week liep mijn planning helemaal in de soep en viel ook de maandag als boodschappendag uit. Daarom ging ik op zondagmiddag naar de niet-nader-te-noemen supermarkt. Laat ik met het positieve nieuws beginnen: als je op zondagavond wilt barbecueën, ben je dan op de goede plek. Het slechte nieuws: als je gewone boodschappen wilt halen, zie je vooral veel lege schappen. Ik bedoel: geen yoghurt. Geen yoghurt! Geen magere, geen volle, geen boeren, geen geiten – het hele yoghurtschap was leeg! Daar snap ik dan dus echt helemaal niets van.

Afijn, die yoghurt had ik niet nodig voor de paella die ik wilde maken. Ik had wel nodig: kip (hadden ze niet (behalve in gemarineerde barbecue-vorm) en ik ging er – zo bleek later - ten onrechte van uit dat ik dan misschien nog wel een paar filets in de vriezer had, uiteindelijk vervangen door varkensfilets), peterselie (hadden ze niet, heb ik vervangen door koriander die ik nog wél diepgevroren had) en 2 bakjes grote garnalen met staart (er was nog 1 bakje).
Ondanks al deze aanpassingen werd de paella heerlijk! Wat een geweldig recept! Want stel je voor dat ik wél alle juiste artikelen had kunnen bemachtigen… dan was het misschien nóg lekkerder geworden!
Onderstaand volgt het recept van Donna Hay (uit “Simple dinners”, Uitgeverij Van Dishoeck) met de originele ingrediënten, maar er is dus geen reden om in de stress te schieten als je niet exact de juiste spulletjes kunt krijgen…

Voor 4 personen:

1 rode ui, in dunne halve ringen
1 theelepel gedroogde chilivlokken
1 theelepel gerookt paprikapoeder
200 gr chorizoworst, in plakjes
500 gr kipfilet, in vrij grote stukken
250 gr kortkorrelige rijst
250 gr kerstomaatjes, eventueel gehalveerd
1 liter kippenbouillon
12 grote (rauwe) garnalen, gepeld, maar met staart er nog aan
handvol verse koriander of platte peterselie
1 citroen, in partjes

Neem een grote pan met een dikke bodem en fruit hierin (op vrij hoog vuur) de ui, de chilivlokken, het paprikapoeder en de chorizo. Gebruik geen olie, er komt al snel voldoende olie uit de chorizo vrij. Bak de ui ongeveer 5 minuten en voeg dan de kip toe. Bak de kipstukken in opnieuw ongeveer 5 minuten aan alle kanten even aan. Doe de rijst en de kerstomaten (*) in de pan en bak deze even mee, zodat alle rijstkorrels met wat chorizo-olie bedekt zijn. Giet vervolgens de bouillon erbij, breng het geheel aan de kook en laat 15 minuten zachtjes bubbelen. Voeg uiteindelijk de garnalen toe en laat de paella nog 5 minuten koken – tot de rijst en de garnalen gaar zijn. Verdeel over de borden, bestrooi met koriander of peterselie en serveer met de partjes citroen.

(*) Omdat ik niet zo’n liefhebber ben van rauwe tomaten, voegde ik de kerstomaatjes al vroeg in het kookproces toe. Je kunt ze ook alleen de laatste 5 minuten meekoken – of pas helemaal aan het eind erbij doen (samen met de koriander/peterselie).
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...